Apotheek Jansen

Liendertseweg 32 3814PK Amersfoort Tel:033 - 461 64 42

Medische Encyclopedie

Inhoud

pembrolizumab

Pembrolizumab is een monoklonaal antilichaam. Het versterkt het effect van de eigen afweercellen tegen kankercellen (immunotherapie).

Artsen schrijven het voor bij bepaalde vormen van kanker van de huid (melanoom of plaveiselcel-carcinoom), longen, blaas, lymfeklieren (ziekte van Hodgkin), nieren en bij kanker van de maag, slokdarm, dunne darm, dikke darm en de endeldarm, bij galwegkanker, bij borstkanker, bij baarmoederhalskanker en bij kanker van het slijmvlies van de baarmoeder (endometriumcarcinoom).

Wat doet pembrolizumab en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg zijn tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die slecht kan aflopen, als men er niets aan doet.

Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

Artsen schrijven pembrolizumab voor bij:

  • Huidkanker, namelijk melanoom of plaveiselcel-carcinoom, als de tumor is gegroeid of uitgezaaid.
  • Longkanker. De specialist controleert eerst of het type kankercel gevoelig is voor dit medicijn.
  • Lymfeklierkanker, een kanker van het lymfestelsel. Het lymfestelsel bestaat uit de lymfeklieren, de milt, amandelen, het beenmerg en de zwezerik (thymus). Voorbeeld van lymfeklierkanker is de ziekte van Hodgkin. Artsen schrijven dit medicijn voor als andere medicijnen niet werken of niet mogelijk zijn.
  • Kanker van de blaaswand, als deze is doorgegroeid of uitgezaaid en als andere medicijnen niet werken.
  • Niercelkanker, als deze is doorgegroeid of uitgezaaid en als andere medicijnen niet werken.
  • Kanker van de slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm, galweg of de endeldarm. De specialist controleert eerst of het type kankercel gevoelig is voor dit medicijn.
  • Borstkanker, als de deze is uitgezaaid en een operatie niet mogelijk is. De specialist controleert eerst of het type kankercel gevoelig is voor dit medicijn.
  • Kanker van het slijmvlies van de baarmoeder, als de kanker is doorgegroeid of uitgezaaid en een operatie niet mogelijk is.
  • Kanker van de baarmoederhals, als de kanker is uitgezaaid. De specialist controleert eerst of het type kankercel gevoelig is voor dit medicijn.

Oorzaak
In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen, bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen.
Bij een celdeling ontstaan uit één cel 2 dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De nieuwe cellen hebben dezelfde beschadiging in het DNA als de moedercel. Daardoor gaan ook deze cellen zich veel te snel delen, met kanker tot gevolg.

Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen als teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aandrukt, is pijn te voelen.

Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en afvallen (bijvoorbeeld meer dan 3 kilo per maand).

  • Bij melanoom ziet u een moedervlek met grillige rand, langzaam of snel groter of dikker wordend, verkleurend, ontstoken, bloedend of jeukend.
  • Bij plaveiselcel-carcinoom ziet u een roze knobbeltje met een ruwige  vervellende of schilferende top of een zweertje met korstjes dat niet meer geneest en gemakkelijk kan bloeden.
  • Bij longkanker moet u soms hoesten, heeft u soms pijn op de borst en bent u kortademig.
  • Bij lymfeklierkanker kunt u zwellingen in hals, oksels of liezen opmerken, koorts of nachtelijk zweten.
  • Bij blaaskanker merkt u soms aanhoudende blaasontsteking, moeilijk kunnen plassen, pijn bij het plassen, bloed in de urine en pijn onder in de buik.
  • Bij niercelkanker ziet u soms bloed in de urine, en heeft u soms pijn en druk in de rug en zij.
  • Bij darmkanker en maagkanker kan bloed bij de ontlasting een aanwijzing zijn. Als de tumor in de buurt van de anus zit, kunt u soms merken dat er rood bloed vermengd is met de ontlasting. Als de tumor hogerop in de darmen of de maag zit, verteert het bloed en ontstaat er een zwarte verkleuring van de ontlasting. Bovendien kunt u ernstige buikklachten krijgen.
  • Bij slokdarmkanker heeft u soms klachten tijdens of na het eten zoals hoesten, opgeven van voedsel of hinderlijke hik, een vol gevoel, en geeft u soms bloed op.
  • Bij borstkanker kunt u knobbeltjes voelen in de borst, kan de huid indeuken of juist rood en gezwollen zijn, er kan vocht uit de tepel komen of de tepel kan naar binnen trekken.
  • Bij baarmoederkanker en baarmoederhalskanker kunt u last hebben van bloedverlies uit de vagina, buikpijn of een opgeblazen gevoel.

Behandeling
De behandeling hangt af van de plaats waar de kanker zit en het stadium van de ziekte. Operatie, chemotherapie (cytostatica), bestraling en immunotherapie zijn de meest voorkomende behandelingsmethoden.

Werking
Uw lichaam strijdt zelf ook tegen kankercellen. Onder andere doordat u afweercellen heeft die kankercellen aanvallen. Sommige soorten kankercellen zijn in staat deze afweercellen uit te schakelen, waardoor ze hun werk niet meer kunnen doen.
Pembrolizumab voorkomt dit. Het versterkt dus de eigen afweer van het lichaam tegen de kankercellen.

Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het middel erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Bovendien kunnen de bijwerkingen na de behandeling geleidelijk overgaan.

Heeft u een bijwerking? Bespreek dit altijd direct met uw arts zodra ze optreden. Sommige bijwerkingen ontstaan doordat uw eigen afweercellen uw lichaam aanvallen. Dan heeft u hier snel andere medicijnen voor nodig.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Reactie op het infuus met als meest voorkomende verschijnselen koorts, huiduitslag, jeuk, vermoeidheid, duizeligheid of kortademigheid.

    De verschijnselen treden op binnen enkele uren na start met het infuus en verdwijnen binnen een dag. De arts of verpleegkundige zal u tijdens het infuus controleren. Bij ernstige klachten kan uw arts andere medicijnen voorschrijven om deze klachten te verminderen, zoals de pijnstiller paracetamol, middelen tegen allergie en inhalatoren tegen benauwdheid. Soms is het nodig om de behandeling te stoppen.

  • Vermoeidheid, hoofdpijn

  • Spierpijn, spierzwakte, pijn in de gewrichten. Zelden gewrichtsontsteking. Zeer zelden peesontsteking.

  • Minder eetlust, afname in gewicht

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, buikpijn, diarree of juist verstopping.
    Zeer zelden een zweer in de darm.

    Bij misselijkheid schrijft de arts een antibraakmiddel voor. Soms helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes.
    Zelden ontstaat een ernstige diarree. U kunt hierdoor uitdrogen. Zorg dat u extra drinkt als u diarree heeft of moet overgeven.
    Neem contact op met uw arts als u behalve uw normale ontlastingpatroon viermaal of vaker per dag dunne ontlasting heeft, als u bloed in de ontlasting ziet of als u ook 's nachts diarree heeft. Ook als u vaker dan één keer per dag moet braken moet u de arts waarschuwen.

  • Huiduitslag, jeuk of galbulten. Zelden een droge huid of witte vlekken op de huid (vitiligo).
    In zeldzame gevallen rode jeukende vlekken, blaren op de huid, puistjes, eczeem en schilferende verdikte plekken.

    Waarschuw bij blaren op de huid direct een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst.
    Huiduitslag, rode huid of galbulten kunnen wijzen op overgevoeligheid, maar dat hoeft niet. Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts.

  • Te trage werking van de schildklier. Een te langzame schildklier merkt u aan vermoeidheid, een koud gevoel en gewichtstoename.

    Als u een van deze verschijnselen opmerkt, raadpleeg dan uw arts.
    Zelden ontstaat er een ontsteking van de schildklier. U voelt zich dan grieperig met moeheid, hoofdpijn, spierpijn en koorts. Na een paar dagen voelt u een pijnlijke zwelling in de hals en krijgt u slikproblemen. Waarschuw bij deze verschijnselen een arts.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Bloedarmoede doordat het lichaam te weinig rode bloedcellen aanmaakt. Zeer zelden ontstaat het doordat uw lichaam de rode bloedcellen te snel afbreekt. U merkt bloedarmoede aan extreme vermoeidheid.

    Uw arts zal uw bloed regelmatig controleren.

  • Meer kans op infecties door bacteriën, schimmels of virussen. Verschijnselen: onverklaarbare koorts of keelpijn, blaasjes in de mond of keel, verkoudheid, griep, steenpuisten of andere huidinfecties.

    Dit komt omdat uw lichaam minder witte bloedcellen aanmaakt. Neem contact op met uw arts bij de volgende verschijnselen: onverklaarbare koorts of keelpijn, blaasjes in de mond of keel, verkoudheid, griep, steenpuisten of andere huidinfecties.

  • Griepachtige verschijnselen, koorts, rillingen

  • Infecties van de luchtwegen, zoals bronchitis of longontsteking

    Waarschuw bij benauwdheid, kortademigheid en hoesten uw arts.

  • Zenuwproblemen. U merkt dit aan hoofdpijn, duizeligheid, een doof of tintelend gevoel in handen of voeten of brandende pijn in armen of benen.

  • Meer kans op bloedingen, zoals blauwe plekken en bloedneuzen

    Deze bijwerking ontstaat door een tekort aan bloedplaatjes. Neem contact op met uw arts bij onverklaarbare bloedneuzen, onderhuidse bloedinkjes en blauwe plekken. Soms is het nodig de volgende dosis uit te stellen totdat de hoeveelheid bloedplaatjes weer op peil is.

  • Te snelle werking van de schildklier. U merkt een te snelle schildklier aan snelle hartslag, gejaagd gevoel, een warm gevoel, zweten en gewichtsverlies.

    Als u een van deze verschijnselen opmerkt, raadpleeg dan uw arts.

  • Droge mond, verstoorde smaak

  • Droge ogen, wazig zien. In zeldzame gevallen ontstaat een ontsteking in de oogbol (uveïtis). U merkt dit aan een pijnlijk, rood oog en onscherp zien.

    Waarschuw dan direct een arts.

  • Vasthouden van vocht (oedeem)

    Raadpleeg uw arts als u dikke enkels of voeten krijgt, of als u kortademig wordt.

  • Haaruitval

    Na de behandeling zal het haar na ongeveer een maand weer gaan groeien.

  • Huiduitslag, eczeem, rode huiduitslag

    In zeldzame gevallen kan dit wijzen op een allergische reactie (Zie Zeer zelden Overgevoeligheid).

  • Afwijkingen in de hoeveelheid mineralen in het lichaam.

    De hoeveelheid calcium, kalium of natrium kan te hoog of juist te laag worden. Uw arts zal tijdens de behandeling uw bloed regelmatig hierop controleren.

  • Ontsteking van de lever

    Zeer zelden een ontsteking van de alvleesklier.

    Uw arts zal de werking van uw lever regelmatig controleren. Waarschuw uw arts bij pijn als u rechts boven in de buik drukt of bij een gele kleur van uw huid of oogwit (geelzucht).

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Minder aanmaak van hormonen

    Onder andere door de hypofyse (een klier in de hersenen) en de bijnieren. Uw arts zal uw bloed regelmatig controleren.

  • Verandering van haarkleur

  • Te veel glucose in het bloed. U merkt dat doordat u meer dorst heeft, veel moet drinken en plassen. 

    Dit kan ontstaan doordat de alvleesklier te weinig insuline aanmaakt. Waarschuw dan uw arts.

  • Ontsteking van de nieren. Verschijnselen: pijn in de rug of zij, bloed in de urine, donkere urine of weinig plassen.

    Uw arts zal de werking van uw nieren regelmatig controleren. Waarschuw uw arts bij pijn in de rug of zij, bloed in de urine, donkere urine of weinig plassen.

  • Ontsteking van de hartspier of het hartzakje

    Krijgt u last van hartklachten of benauwdheid? Neem dan contact op met uw arts.

  • Bij de ziekte van Hodgkin, als u een beenmergtransplantatie of stamceltransplantatie van een donor heeft gekregen: u kunt eerder graft-versus-host-ziekte krijgen.

    Dit houdt in dat de afweercellen uit het beenmerg van de donor (graft) uw lichaam (host) aanvallen, omdat ze deze als 'vijand' zien.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit kunt u merken aan galbulten, koorts, benauwdheid, duizeligheid of flauwvallen.
    In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan vooral op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen.
    Andere ernstige overgevoeligheidsreacties zijn ontstekingen van longen, darmen, lever, nieren, hart, ogen, schildklier en andere klieren in het lichaam.

    Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit kunt u merken aan galbulten, koorts, benauwdheid, duizeligheid of flauwvallen. Waarschuw bij deze verschijnselen uw arts of verpleegkundige. In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan vooral op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. In alle gevallen moet u onmiddellijk een arts opzoeken of naar de Eerste-hulpdienst gaan.
    Andere ernstige overgevoeligheidsreacties zijn ontstekingen van longen, darmen, lever, nieren, hart, ogen, schildklier en andere klieren in het lichaam. Waarschuw direct een arts bij ongewone verschijnselen.
    Als u overgevoelig bent, en u ernstige bijwerkingen hiervan krijgt, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef het aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik pembrolizumab gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Vaccins, zoals bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin. Pembrolizumab vermindert de werkzaamheid van deze vaccins en kan de kans op bijwerkingen ervan verhogen. Gebruik deze vaccins NIET. Overleg hierover met uw arts.

Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt, maar ook of u bijvoorbeeld allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden
Heeft u last van vermoeidheid, duizeligheid of wazig zien? Dan kan dit uw rijvaardigheid beïnvloeden. Rijd geen auto als u hier last van heeft.

alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van maag en darmen. Het vergroot daardoor de kans op maagdarmklachten. Gebruik daarom liever geen alcohol tijdens de kuur en zolang u last heeft van uw maag en darmen.

alles eten?
U kunt alles eten wat uw maag of darmen verdragen. Bepaalde soorten voedsel zijn echter af te raden als u last heeft van uw maag.

Op deze site kunt u onder 'Klachten & ziektes', 'Maagklachten' adviezen vinden voor mensen met maagklachten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort zwanger wilt worden. Het is niet bekend of dit medicijn schadelijk is voor het ongeboren kind. In theorie kan het schadelijk zijn voor de baby. Gebruik daarom goede anticonceptie tijdens en tot en met 4 maanden na de laatste dosis. Overleg hierover met uw arts.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk komt. Als dit gebeurt, kan het ernstige bijwerkingen bij het kind veroorzaken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Bij het medicijn hoort ook een patiëntenwaarschuwingskaart. Draag deze altijd bij u en laat hem zien aan uw zorgverleners.

Hoe?
Het infuus wordt door een arts of verpleegkundige in een ziekenhuis toegediend. Het infuus duurt een half uur.

Wanneer?
U krijgt het infuus meestal eenmaal per 3 weken of per 6 weken.

Hoelang?
Als het goed blijft werken, kan de behandeling vaak na 2 jaar worden gestopt. Het effect gaat daarna meestal door.

Terug naar overzicht